zaterdag 20 november 2010

Wervelwind heet CCC

foto Erna Buist - Jacky Goossens op het CCC-kantoor

Wervelwind heet CCC

Er waait een vriendelijke wervelwind door de stad die organisaties, ideeën en creativiteit bij elkaar brengt. Die wind heet ‘City Change Center’ (CCC) en wil de leefbaarheid in Den Bosch vergroten. Het CCC wil alle mensen die met hele goede ideeën rondlopen, net even dat extra duwtje geven waardoor hun plannen werkelijkheid worden.

“Wij proberen, samen met anderen, van onderaf dingen voor elkaar te krijgen”

Door Erna Buist
's-HERTOGENBOSCH - Misschien is de naam CCC nog niet bij iedereen bekend, toch hebben veel Bosschenaren er al mee te maken gehad. Zo hebben in de Gestelse Buurt 300 bewoners mee kunnen praten over wat ze wilden in hun buurt. Daar zijn diverse plannen uitgerold. Ook over Boschveld startte een Breed Overleg, met diverse resultaten zoals het tegenhouden van de sloop van waardevolle oude panden en ideevorming over de toekomst van Boschveld/Waterkwartier.
Jacky Goossens, directeur van CCC: “Wij proberen, samen met anderen, van onderaf dingen voor elkaar te krijgen. Te luisteren naar ‘wat wil die stad, wat willen de mensen in de wijken’.” Goossens benadrukt dat het CCC geen politieke kleur heeft. “Wij zijn onafhankelijk, neutraal terrein. We zijn er voor het belang van de mensen in de wijk, om de dromen van die mensen als het enigszins kan een stukje waar te maken.”
Zo kreeg het CCC diverse partijen bij elkaar om de interculturele verschillen bij Bossche voetbalverenigingen gezamenlijk op te lossen. “We proberen met het ‘Voetbalplatform’ voor elkaar te krijgen dat mensen naar elkaar luisteren en samen oplossingen zoeken. Iedereen is het er over eens dat je de voetbalverenigingen hierin niet alleen kunt laten staan.”

Cultureel jongerencentrum
Een ander voorbeeld is het cultureel jongerencentrum, een plan dat door jongeren in samenwerking met diverse Bossche organisaties aan de CCC-tafel is ontstaan. “Eind vorig jaar hadden we de opzet klaar. Nu ligt het plan bij de gemeenteraad.” Goossens is heel enthousiast over het project: “Ik kom jongeren tegen die zo creatief zijn, zo slim, zo daadkrachtig en wijs. Dat is fantastisch, daar kan ik echt van genieten. Van mij zouden jongeren nog meer aan zet mogen komen.”
Op 2 november organiseert het CCC samen met ‘Basta!’ voor de tweede keer de ‘Dag van de Dialoog’, op verschillende plekken in de stad. Het doel hiervan is te stimuleren dat mensen met verschillende culturele achtergronden meer begrip krijgen voor elkaars standpunten en ideeën, door met elkaar in dialoog te gaan. “We hopen dit jaar op 50 dialoogtafels met pakweg 8 deelnemers per tafel. Terwijl samen wordt gegeten, krijgt onder leiding van een gespreksleider de dialoog vorm. ” Wie mee wil doen kan zich aanmelden bij het CCC.
Het CCC werkt samen met tientallen Bossche organisaties, ‘kernpartners’. Om even een greep te doen: bewonersverenigingen, culturele en cultuurhistorische instellingen, het onderwijs, welzijnsinstellingen, woningbouwcorporaties, de overheid, het bedrijfsleven, architectenbureaus en nog veel meer.

Samenwerkingsverbanden
“Onze kernpartners leveren allemaal een bijdrage. Dat kan om geld gaan, maar ook door een locatie of materiaal beschikbaar te stellen, of door op andere manieren te helpen.” Het CCC wil dat deze organisaties elkaar steeds meer op gaan zoeken, dat ieder over zijn eigen grenzen heen gaat kijken en bewust gaat samenwerken. “De kunst is te kunnen zien waar je eigen kracht ophoudt en de kracht van een ander begint.” Het eigenlijke doel is dat het CCC zichzelf door al die samenwerkingsverbanden in de toekomst overbodig maakt.
De Bossche architect Aart Wijnen is de inspirator en grondlegger van het CCC. “Zijn droom is een leefbare stad, een stukje paradijs op aarde, gedragen door de mensen zelf. Zo hebben tijdens ‘Creatieve Piramides’ honderden Bosschenaren meegedacht over wat er met de Zuid-Willemsvaart moest gebeuren. Dit heeft een schatkist aan ideeën opgeleverd.” Het positieve en sprankelende gevolg hiervan was de oprichting van het City Change Center.

www.cccs-hertogenbosch.nl

Dit artikel is gepubliceerd op 15 oktober 2010 in het 40-jarig jubileummagazine van het Stadsblad 's-Hertogenbosch (dé Weekkrant.nl)

Met helikopter naar de stad
















Foto links: v.l.n.r. achter: Luc, Pol, Daphne, Floor, Nina, Bo en Joy. Voor: Hasret, Yana, Hannah, Laura en Britt.
Foto rechts: v.l.n.r. achter: Shaline, Job, Lennart, Yannick, Floor en Peter Paul. Midden: Juul, Savannah, Robin en Sietske. Voor: Bibi, Mick en Martijn - foto's door Erna Buist


Dromen over de toekomst
Met helikopter naar de stad

Hoe ziet onze stad er over 40 jaar uit? Het Stadsblad heeft het gevraagd aan kinderen van groep 8 van basisschool Aquamarijn in de Waalstraat in Den Bosch. Droom mee met de 27 leerlingen over het jaar 2050.

Door Erna Buist
’s-HERTOGENBOSCH - Hoe zullen de scholen er in de toekomst uit zien? Yana van Limpt en de zusjes Bo en Bibi Disco denken dat er touchscreen tafelbladen komen. Laura de Rooij en Pol Timmer willen voor iedereen een eigen laptop en Pol voorspelt het einde van het ouderwetse schoolbord. Robin Leermans ziet de scholen het liefst groen geverfd: “Dat vind ik mooier dan onze school.”
Britt Damen, Luc Coenen en Daphne Houkes willen grote I-pads en Thijs Boeren verwacht dat computers op spraak zullen werken: “Dan hoef je niet meer te typen.” Hasret Cicekdemir gaat een stapje verder: “Onderwijs krijg je via hologrammen.” Mick van Houten wil voetbalkooien op de schoolpleinen.
Over vervoersmiddelen hebben ze veel nagedacht. Savannah Batens verwacht scooters die kunnen vliegen. “Met een helikopter naar het centrum”, mijmert Lennart Smit. Bo: “Auto’s mogen alleen onder schooltijd rijden, na schooltijd niet meer want dan willen de kinderen naar buiten. Het is alleen wel ingewikkeld om dat goed te regelen.”

Shaline van Valkenburg heeft genoeg van hard rijdende scooters en verlangt meer veilige speelplekken. Tanisha Pronk gelooft dat auto’s water als brandstof zullen gebruiken en Thijs voorziet zelfdenkende auto’s: “Ze rijden achter elkaar, aangestuurd in het wegdek. Politie is niet meer nodig want boeven kunnen dan niet meer vluchten met auto’s.” Pol ziet auto’s het liefst onder de grond rijden en Hasret verwacht dat auto’s in 2050 kunnen zweven.
Van Floor Smeets mogen alleen fietsers en voetgangers in het centrum en Juul Snijder denkt dat er meer treinen komen. Joy Breukers: “We gaan minder fietsen, er komen meer auto’s want de mensen worden luier.” Peter Paul Heering wil overal rode fietspaden. Mick droomt over brommers met speciale wielen die je kunt kantelen zodat ze plat liggen. “Dan kunnen ze als hovercrafts over het water.”
Thijs: “De rivieren worden grote betonnen bakken met rechte wanden zodat er nooit meer overstromingen komen. Eronder komen ondergrondse wegen voor auto’s. Hasret wil grote bruggen over de zeeën waar treinen over rijden, en tunnels onder de zee waar auto’s doorheen kunnen.
Natuur en het milieu krijgen ook aandacht van de leerlingen. Joy vindt dat de waterplassen moeten worden schoongemaakt: “Er zitten dode vissen in.” Bo wil meer speelruimte voor honden en voor kinderen. Nina van Lent: “Alles gaat op zonne-energie en er is geen vervuiling.” Britt hoopt dat alles milieu- en kindvriendelijker wordt.

Hasret verwacht meer milieuvervuiling. Joy: “Er komen minder bomen, want er is hout voor papier nodig. Er komt minder natuur. Wel komen er meer insecten uit het buitenland maar die gaan hier dood omdat er minder natuur is.”
Tanisha: “We gaan meer recyclen voor hergebruik.” Floor Lubeck verwacht dat de mensen meer gaan nadenken over hoe het beter kan: “Ze maken betere afspraken en die komen ze ook na.” Juul wil meer speeltuinen voor de kinderen. Hannah van Heerbeek: “Er is minder rotzooi op straten en pleinen.” Yana wil schonere straten zonder kauwgom en Floor Smeets wil grote parken, zodat de kinderen veilig kunnen spelen.

Hoe moet het stadsgezicht er uit zien? Lennart: “De stad wordt mooi met veel mooie winkels. Kapotte gebouwen worden vernieuwd.” Nina en Joy denken dat alle gebouwen hoger worden. Joy: “Net als de Twin Towers.”
Sietske Verhoeven denkt dat Den Bosch op New York gaat lijken, met hoge flatgebouwen. Floor Smeets wil geen saaie flatwijken en Mick bekijkt het praktisch: “Bovenop flatgebouwen komen sportvelden met hekken eromheen.”
Peter Paul en Yana willen meer winkelruimte. Yana: “De pleinen zijn moderner. Er moeten meer beroepsopleidingen komen en een modeacademie.” Hannah wil nieuwe, grotere betaalbare huizen. Hasret: “De steden moeten we in de toekomst onder de grond gaan bouwen, als verschillende kleine dorpjes.”
Joy: “De Sint Jan moet worden afgemaakt, het is geen gezicht al die steigers.” Yannick van der Heijden wil meer winkels. “De Muzerije wordt in de toekomst nog groter, ik zit er nu op drummen.” Martijn wil liever in Amsterdam wonen: “Vanwege Ajax en ook omdat ik Amsterdam mooier vind dan Den Bosch.”
Pol wil beweging in gebouwen: de daken kunnen open en in torens komen grote woonkoepels die onafhankelijk van elkaar rond de toren kunnen draaien, “zodat je zelf je uitzicht kunt kiezen. En kunstwerken bewegen veel meer dan nu, elektronisch aangestuurd, met vonken. Stille schilderijen worden verleden tijd, alle kunst gaat bewegen.”

Luc heeft ook ideeën over kunst: “Die maak je in driedimensionale hologrammen. Zo kun je de Put op de markt herstellen, iedereen kan hem aan alle kanten zien terwijl hij er niet echt staat. Zulke kunst neemt minder ruimte in.” Kunst mag van hem ook op touchpads gemaakt worden,“alleen kun je er dan geen geld meer mee verdienen, omdat er geen echt origineel meer bestaat.”
Vrije tijd en sport zijn ook geliefde onderwerpen. Pol droomt van ruimtevakanties: “ In 2050 kan dat al voor € 299,99.” Yana wil een keer per jaar een fashion-week. Peter Paul wil betere voetbalvelden met hoge hekken, “zodat je niet steeds de bal hoeft te zoeken. Er komen bordjes bij voetbalvelden: ‘hier je hond niet uitlaten’.”
Lennart verlangt een mooier stadion, Martijn meer voetbalvelden en Sietske wil robots die voor je werken: “Dan hoef je zelf niet zoveel te doen.” Yannick wil een grotere HipHop in Duketown en het EiffelTowerstadion moet mooier worden. “En ik wil meer basketbalvelden.”
Gaan we anders met elkaar om in de toekomst? Pol: ”Ik denk dat de misdaad erger wordt, maar dan via computers en door hackers.” Joy verwacht dat de mensen luier worden en Thijs denkt dat de grenzen tussen landen vager worden en steeds minder nut hebben.

Floor Lubeck: Er komt meer vrijheid, minder regels.” Pol verwacht dat overleden mensen de ruimte in worden geschoten en in hun grafkist blijven rondzweven in het heelal.
Hoe denken de leerlingen over hun eigen toekomst? Yana kiest voor een draaiend huis op een rotonde, “maar wel met een grote tuin.” Nina wil modeontwerpster worden en in een mooi huis in de lucht wonen.
Bo wil later naar Afrika, om daar kinderen te helpen. “Dan kom ik terug en vertel in ons land een geïnspireerd verhaal over wat daar gebeurt, daar wil ik ook boeken over schrijven.”

Tanisha wil werken met bedreigde diersoorten en wereldreizen maken. “Na mijn carrière wil ik op een boerderij wonen met veel dieren om me heen.” Britt wil in haar werk creatief zijn als nagelstyliste, modeontwerpster en kapster.
Ook Laura wil modeontwerpster worden: “Dan wil ik een grote winkel in de stad.” Pol wil in verschillende huizen wonen in verschillende steden, voor de afwisseling. “Ook een huis in een koepel onder water, en een op het platteland.”
Hannah wil later zelf kinderen en ze wil werken in de kinderopvang met kleine kinderen. Martijn wil autohandelaar worden en Bibi wil thuiswerken als dierenmasseur: “Daarvoor hoef ik niet zo’n groot huis maar wel een grote tuin.”
Job wil gitarist worden in een band en hij wil een eigen studio. Hij ziet het al levendig voor zich: “Die moet helemaal rood worden, met een grote kamer, een paneel achter glas en een opnameruimte.”


Dit artikel is gepubliceerd op 15 oktober 2010 in het 40-jarig jubileummagazine van het Stadsblad 's-Hertogenbosch (dé Weekkrant.nl)

‘Makers’ betoveren de stad


foto Erna Buist - v.l.n.r. Joost van Pagée en Romijn Conen


‘Makers’ betoveren de stad

Kille woonblokken, verpauperde wijken of saaie straten? Laat de 450 kunstenaars van het Bossche Makershuis er maar op los. Met een onbevangen blik, een uitdagend gevoel voor schoonheid en met veel liefde voor mensen pompen ze nieuwe creatieve energie in de stad. Weg met de stoffige dufheid, leve de kleurige inspiratie die de omgeving betovert en mensen in beweging zet.

“we willen kunst onderdeel laten zijn van de Bossche samenleving”

Door Erna Buist
’s-HERTOGENBOSCH - In de Hambaken aan het Wielsem, op nummer 142, staat één huis dat er anders uitziet. Dit is een project van het Bossche Makershuis (BMH), een ‘makerskamer’. Het is een inloophuis voor de buurt en kraamkamer voor talloze creatieve ideeën om de wijk aantrekkelijker en leefbaarder te maken. Het huis is aan alle kanten open en licht. De schutting in de achtertuin is verdwenen en een ongewoon kunstwerk siert de stenen tuinmuur. Een reusachtige, zelfontworpen houten tuinbank is onder kunstzinnige begeleiding knap beschilderd door kinderen uit de wijk.
Binnen zitten de kunstenaars Romijn Conen en Joost van Pagée, twee van de drie kerncoördinatoren van het BMH. Het enthousiasme van beiden spat eraf. Spraakwaterval Pagée: “We willen kunst onderdeel laten zijn van de samenleving, door zichtbaar te worden in de omgeving en de wijken in te trekken. Juist om doelgroepen aan te spreken die dat niet gewend zijn. De woningbouwcorporaties vragen om een creatieve inbreng in de wijk, omdat ze hebben gezien dat kunstenaars (‘makers’) een positieve energie in de wijk kunnen brengen.”
Zo verzorgden de makers in de Hambaken op Zirkoon 7 de aankleding van een buurtpand van Wijkonderneming Hambaken. Conen: “Onze opdracht was ‘geef het pand een huiselijke uitstraling, zodat het voor iedereen toegankelijk is en waarbij de wijkbewoners zich op hun gemak voelen’. Voor de inrichting hebben wijkbewoners tientallen stoelen uit hun woonhuizen afgestaan aan de kunstenaars, om ze te laten schilderen.”
Een ander project in de Hambaken, is ‘De Keet’, waar de makers samen met vrijwilligers vier schaftketen van de Wijkonderneming opknappen en de creatieve inrichting verzorgen van een werkplaats, een vergaderruimte, een jongerenruimte en een mobiele ‘Eet-Keet’ met keuken waar wijkbewoners creatief en gezellig kunnen kokkerellen.
Pagée: ”We merken dat er steeds meer opdrachten komen, bijvoorbeeld van de woningbouwcorporaties. De vraag of Community-art een meerwaarde heeft is dus weer helemaal actueel. Met het Centrum voor Beeldende Kunst organiseerden we afgelopen juni tijdens de Week van de Bossche Makers een discussieavond over Community-art. Daarbij konden oudere kunstenaars aan jongere kunstenaars over hun ervaringen vertellen. Dat was heel inspirerend.”

Samenwerking
Het BMH werkt samen met verschillende maatschappelijke en culturele instellingen, de gemeente en de woningbouwcorporaties. Behalve aan het Wielsem zijn er ook makerskamers in Boschveld en in de Bartjes. Ook is er een expositieruimte en er zijn ateliers voor 60 (jonge) makers uit alle kunstdisciplines. Het BHM zorgde samen met de ABS (Atelierbeheerstichting) ervoor dat leegstaande gebouwen, bijvoorbeeld in Boschveld, konden worden gebruikt als ateliers. De makers opereren niet alleen in Den Bosch, maar richten zich op heel Brabant. Zo lopen er al projecten bij het Tilburgse Textielmuseum.
Conen is de oprichter van het BMH, dat in 2008 van start ging. Pagée: “In 2002 waren we al actief in de stad. We hadden al een netwerk en werkten samen. Er kwamen steeds meer jonge kunstenaars en de aanwas groeit nog steeds. Nu hebben we een bestand van 450 kunstenaars die freelance inzetbaar zijn voor projecten.”
Conen: ”Bewonersgroepen die een kunstproject willen, kunnen dat bij ons aanvragen. Wij willen samen met hen een plan maken, met financiële hulp van het gemeentelijke BIG-potje (Bewoners Initiatief Gelden). Ook zijn nieuwe kunstenaars welkom om zich aan te melden in ons netwerk. Op onze website staat een inschrijfformulier.”

Op www.hetbosschemakershuis.nl staat een overzicht van alle andere makersprojecten.

Dit artikel is gepubliceerd op 15 oktober 2010 in het 40-jarig jubileummagazine van het Stadsblad 's-Hertogenbosch (dé Weekkrant.nl)

woensdag 21 april 2010

Uitzendbureau met een ander geluid (December 2009)

Half Nederland steigert tegen verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar in de nieuwe AOW-plannen. Als je 65 bent, zo menen critici, ben je moe van het werken en moet je genieten van je welverdiende rust. Toch hoor je in de Orthenstraat in Den Bosch andere geluiden. Hier is het een komen en gaan van energieke 65-plussers die nog lang niet moe zijn.

DEN BOSCH - Halverwege het knusse winkelstraatje is een bescheiden kantoorruimte. Kraakheldere glaspuien waarachter een kerstboom staat te flonkeren. Het is een klein pandje, je loopt er zo maar langs. Insiders kennen het maar voor onbekenden kan het merkwaardig overkomen: een uitzendbureau voor 65-plussers?
Het lijkt paradoxaal, gezien het kleine percentage van 65-plussers dat nog maar schijnt te werken. Waarom dit uitzendbureau, is het iets nieuws om de tijdgeest te keren?
“Volgend jaar, in 2010, bestaan we al 35 jaar”, glimlacht Connie Zwikker, vestigingsmanager. “Onze vestiging in Den Bosch is ruim 8 jaar geleden geopend.” Het uitzendbureau stamt uit de jaren ‘70 van de vorige eeuw, het was een jongerenuitzendbureau in Amsterdam. Er kwamen werkzoekenden in alle leeftijden, met opmerkelijk veel 65-plussers. “Er bleek behoefte aan te zijn bij deze leeftijdsgroep. Rotterdam en Den Haag volgden. Dat zette aan het denken, wat is er aan de hand in de maatschappij.”
Een diepgaand marketingonderzoek volgde, naar de toekomstbeleving van ouderen en wat zij wilden. Eind jaren ‘90 ging het bureau verder met alleen 65-plussers. Het groeide van 3 naar 9 landelijke vestigingen, plus een aparte voor professionals. “Het waren denk ik visionairs, gezien de huidige ontwikkeling en de vergrijzing, en nu de hele discussie over de AOW. De interesse is heel breed, van ongeschoold tot hoogopgeleid. We hebben alle branches in ons bestand. We bieden ook scholing om kennis bij te spijkeren, bijvoorbeeld een computercursus of voor een taxidiploma.”

Sfeer en cultuur

De opdrachtgevers (‘inleners’) weten het bureau makkelijk te vinden, ook al is het niet algemeen bekend. Zwikker en haar collega’s bezoeken op voorhand bedrijven en beoordelen die op de sfeer en de cultuur, waardoor zij de juiste personen kunnen matchen bij de vraag. “We hebben in onze regio 112 inleners en er komen elk jaar 20 bij.” Het bureau is lid van het zakelijk netwerk in Den Bosch.
Om een beeld te geven van het aantal werkzoekenden in de regio, geeft ze wat cijfers. “We hebben in onze vestiging nu 151 uitzendkrachten aan het werk, en er zijn 541 actieve kandidaten. We adverteren geregeld en veel 65-plussers vinden ons door mond-tot-mond reclame en via onze website.” Op de website staan vacatures en kandidaten vermeld.
Het doel van het bureau is het ondersteunen van de arbeidsmarkt, het grote voordeel is het ontbreken van concurrentie tussen vast personeel en uitzendkrachten. “De ouderen vormen geen bedreiging. Zij hebben niet meer de ambitie om door te groeien in een bedrijf en gaan niet op de stoel zitten van een collega. Dat heeft toegevoegde waarde.”
De vooroordelen over ouderen zijn volgens Zwikker een stuk minder geworden de afgelopen 8 jaar. “Toen we net begonnen was het best lastig om bedrijven van hun kwaliteiten te overtuigen. Ze zouden ‘vaak ziek’ zijn, en’ lastig’. Het tegendeel is inmiddels bewezen, ze zijn bijna nooit ziek. De arbeidsmoraal en loyaliteit zijn erg hoog.”
Er is veel werk op scholen, variërend van docent tot toezichthouder, van basisschool tot universiteit. Vaak parttime banen. “We zien veel gebeuren op scholen, het contact tussen jeugd en ouderen. Er is een natuurlijk overwicht door levenservaring. Vaak hebben ze kleinkinderen, ze gaan gemakkelijk met de jeugd om.” Ook zijn er klusjes in de industrie, tijdelijk werk als interim-manager, boekhouder, gastvrouw, programmeur, fiscalist, werk in een callcenter of secretarieel werk.

Appels en peren

Sinds 2 jaar hebben ook fruittelers zich aangesloten en nu gaan hele groepen ouderen appels en peren plukken. “Daar zitten ook hoog-opgeleide directeuren tussen. Ze hebben het gezellig, buiten werken met de hele ploeg.” De contacten zijn vaak langdurig en tot wederzijdse tevredenheid. “We hebben uitzendkrachten die vaak jarenlang op dezelfde werkplek zitten. De continuïteit is gewaarborgd.”
Sinds maart 2009 is er een nieuwe CAO, waarbij de flexwet is versoepeld voor 65-plussers. Ze mogen 7 jaar worden uitgezonden zonder vast dienstverband. Daarnaast is er de ‘payroll-constructie’: als iemand 65 wordt en op dat moment ergens in dienst is, stapt de werknemer over naar het uitzendbureau. Hij wordt dan een ‘staller’, wat betekent dat hij zijn gewone werk blijft verrichten bij zijn bestaande werkgever. Het uitzendbureau doet de salarisadministratie voor de werkgever.
“We hebben veel geïnvesteerd in onze kandidaten, om te kijken wat ze willen en kunnen. Ze geven aan dat ze het werken prettig vinden omdat het nog kan en mag, en dat het ‘moeten’ er uit is. Ze kunnen kiezen wat nog bij hen past, en dat is een grote stimulans. Daardoor kunnen wij banen aanbieden die passen bij hun competenties. Sommigen geven wel 20 functies op die ze zouden willen. Ook hoger opgeleiden willen best als chauffeur werken of als toezichthouder op een school.”
Behalve het plezier in het werk spelen de sociale contacten een grote rol. Op nieuwjaarsbijeenkomsten van het uitzendbureau komen kandidaten soms plotseling oude schoolmakkers tegen die ze sinds hun jeugd niet meer hadden gezien, en hernieuwen de vriendschappen. “Heel ontroerend was de echtgenote van een werknemer, die in ons kantoor kwam en zei: ‘Jullie hebben zijn leven weer zin gegeven. Hij voelde zich buiten de maatschappij staan. Sinds hij hier een baan kreeg, zag ik hem helemaal opbloeien’.”

http://www.65plus.nl/


Gemeente Den Bosch is blij met oudere uitzendkrachten

Werkgever H. van Engelen van gemeente ‘s -Hertogenbosch is zeer te spreken over het 65+ uitzendbureau. Hij is beheerder Openbare Ruimte en is verantwoordelijk voor het havengebied in Den Bosch. “Het havengebied is niet kostendekkend met eigen personeel, daarom hebben wij 3 oudere werknemers die via het uitzendbureau voor ons werken. Ze werken hier al 5 à 6 jaar. De heren werken in een onderling roulatiesysteem: twee weken op, twee weken af. Wij zijn hier zeer tevreden over, het feit dat ze al zo lang voor ons werken zegt dat al. Ze hebben er zelf ook plezier in.” De 3 medewerkers bedienen op vaste tijden de ophaalbrug van de doorgaande weg naar de industriehaven. De rest van de tijd houden ze een rondgangdoor de haven, registreren de schepen en houden contact met de schippers. Ook verrichten ze de bijbehorende administratie.


De hobby in de zomer en werken in de winter

Een tevreden uitzendkracht is H.J. Willems. Sinds een paar dagen is hij beheerder van de sporthal in Vught. Hij werkt op oproepbasis, nadat hij eerst enkele uurtjes had proefgedraaid. Hij houdt de zaal schoon, werkt achter de bar en houdt toezicht. “Ik vind het leuk werk, maar ik ben hier nog niet zo lang bezig, ik ben invaller.” Na het weekend krijgt hij een functie in de milieustraat, wat hij daar gaat doen weet hij nog niet.
“Op 1 januari 2009 ben ik als bouwvakker met pensioen gegaan, maar ik wil niet thuis zitten. Mijn vriendin werkt als oppas dus die zie ik alleen in het weekend. Ik heb geen zin om de hele dag tv te kijken, ik wil iets te doen hebben, ook voor de sociale contacten. Ik doe het niet speciaal voor het geld.” Dus u bent nu al het hele jaar aan het werk? Hij schatert het uit: “Nee hoor, ik werk alleen in de winter. Ik heb een boot en daar ben ik de hele zomer mee bezig. Ik wil genieten van het leven.”
Hij hoorde van het bestaan van het uitzendbureau toen hij op zijn boot was in de jachthaven. De havenmeester vertelde hem dat via het uitzendbureau een paar mensen een leuke baan hadden als brugwachter.

Volgers